Kees Tadema

Bijlmermeer

Voor velen zal het gek klinken maar ik heb elf jaren met plezier in de Bijlmermeer gewoond eerst in de flat Gooioord en voor het grootste gedeelte in Geerdinkhof. Mijn vrouw en ik hebben daar heel veel meegemaakt. Vijf van de zes kinderen zijn daar geboren. Uiteindelijk zijn wij in 1996 naar Almere verhuisd omdat ons huis te klein was geworden.

Kerkelijk leven
Net samen in een nieuwe wijk besloten wij om daar snel in te burgeren. De kerk hadden we snel gevonden. Het Kerkcentrum de Nieuwe Stad lag onder de parkeergarage Gliphoeve, het dak was de parkeergarage. Midden tussen de junks. Zondags werd eerst het plein aangeveegd zodat het kerkvolk niet door het afval hoefde te struinen. Binnen voelde ik de warmte van een gemeenschap. De kerk werd onze kerk. Mijn vrouw en ik kregen goede vrienden aan Henk en Jos de Boer. Hij was daar toen pastoraal werker. In onze flat woonden nog veel meer geloofsgenoten. Velen zijn uit het oog verloren maar nooit uit mijn hart. 23 jaar was ik toen ik zitting nam in de kerkenraad. Na een jaar diakonie werd ik ouderling voor het jeugd en jongerenwerk. De kerkelijke gemeente had net zoals de Bijlmermeer zelf veel last van verhuizende leden. Binnen 7 jaar was de gehele kerkelijke gemeente weer ververst. De kerk had zich toegelegd om nieuw komende mensen snel te benaderen en hun uit te nodigen om mee te doen. Deze persoonlijke benadering werd gezegend. Zelf heb ik hier samen met mijn mede ouderling velen bezocht. Gesprekken van een uur, drie op een avond en allemaal op afspraak. Deze intensieve benadering had tot gevolg dat er grote groep van tussen de 20 en 30 jarigen aktief waren in de kerk. Wij boden jongerengespreksgroepen aan op de zondagavond eens in de twee weken bij ons thuis. Op het hoogtepunt waren 50 jongeren over 3 adressen verdeeld om over het geloof te praten. Nog steeds ben ik van mening dat de kerken meer aan persoonlijke benadering moeten doen om het Evangelie uit te dragen.

De Nieuwe Stad
Ik schetste de situatie van hoe de omgeving er van de kerk uit zag. De Gemeente Amsterdam had al jaren grote plannen om het gebied leefbaarder te maken. De parkeergarage moest weg van de Gemeente. De kerk zat hier niet op te wachten maar wilde geen spelbreker zijn. De kerk stond op eigen grond. Ds Cees Rijper had indertijd de kerk mogen bouwen. Intussentijd was hij met emiritaat. Toen de Gemeente Amsterdam met de kerk wilde gaan onderhandelen over de verkoop van de kerk onder de parkeergarage mocht ik samen met Cees Rijper de onderhandelingen voeren met het Grondbedrijf van de Gemeente Amsterdam. Op een middag kwamen de heren langs en legden een bod neer van 1.800.000 guldens. Op mijn vraag hoe zij aan dit bedrag kwamen hadden zij een vergoedingsbedrag per vierkante meter. Op mijn vraag of er rekening was gehouden met de verdieping in het gebouw vertelden zij dat ze dat vergeten waren. Ik kon leven met de prijs per m2 inclusief verdieping zou dit uitkomen op ruim 2.500.000. Het Grondbedrijf ging haar huiswerk over doen. Maanden latermelden zij zich weer. Zij kwamen met een bod van iets onder de 1.700.000 en wilden nieuwe grond alleen in erfpacht uitgeven. Ik voelde mij toen belazerd. Wij hadden duidelijk gesteld dat een voorwaarde was dat wij eigen grond zouden terugkrijgen, en dan ook nog met een bod komen dat lager was dan het eerste bod vond ik niet netjes. Deze ontmoeting duurde dan ook niet lang, ik heb goed laten merken dat ik mij niet serieus genomen voelde. Hierna trad een periode van meer dan een jaar in van oorverdovende stilte van de kant van het Grondbedrijf. In overleg met Cees Rijper besloot ik maar eens te gaan bellen. De man van het Grondbedrijf vertelde mij dat het Grondbedrijf en de kerk er niet uitkwamen. Mijn reactie was dat het laatste bod van hun geen serieus bod was en dat wij daar nog steeds op zaten te wachten. De ambtenaar zei dat hij wel een bod wilde doen. Hij bood ter plekke 2.050.000. Ik maakte hem duidelijk dat wij een nieuwe kerk neer moesten zetten en dat de gemeenschap dit niet kon opbrengen. Hij wilde tot het uiterste gaan en verhoogde het bedrag tot 2.150.000. Ik deelde hem mee dat ik dit bod wel wilde verdedigen bij de Algemene Kerkenraad, de week die er op volgde kreeg ik het officiele akkoord en heb ik enkele betalingdetails toegevoegd aan de overeenkomst. Ik had van de kerk vooraf al fiat gehad om de kerk voor 2.000.000 te verkopen. De volgende zondag hadden we gebak in de kerk om de verkoop te vieren. De kerk was eigendom van de Gereformeerde Kerk Diemen, Watergraafsmeer, Bijlmermeer, Gaasperdam en Duivendrecht. De Bijlmermeer mocht niet al het geld gebruiken voor de nieuwbouw een gedeelte moest ook naar de Watergraafsmeer om daar de renovatie van de kerk te financieren.
In de Bijlmermeer waren vijf kerkgenootschappen al druk bezig om te anticiperen op de bouw van een nieuwe Nieuwe Stad. Dat waren de Rooms Katholieken, Hervormden, Lutherse, Evangelische Broedergemeenschap en de Gereformeerden. We waren het eens geworden over waar we de nieuwe kerk wilde hebben, het Gulden Kruis terrein Gulden Kruis terrein ,
de architect Lafour en Wijk, de verdeling van de bouwkosten en een beheersovereenkomst. Cultuur verschillen zijn hierbij allemaal overwonnen al ging dat niet zonder slag of stoot.
Nu het zeker was dat de kerk verkocht was kon de architect aan het werk. Er moesten in ieder geval twee kerkzalen komen en een grote ontmoetingshal waar de gemeenteleden elkaar konden ontmoeten na de kerkdiensten. Het bouwbedrijf De Nijs uit Warmenhuizen heeft de kerk gebouwd. Op 4 september 1992 werd de eerste paal in de stromende regen geslagen. De palen waren door de kinderen geschilderd. Het lied wat we zongen in de regen was heel toepasselijk.



Er komen stromen van zegen,
dat heeft Gods woord ons beloofd.
Stromen verkwikkend als regen,
vloeien tot elk die gelooft.

refrein
Stromen van zegen,
komen als plasregens neer.
Nu vallen drupp’len reeds neder,
zend ons die stromen, o Heer.

Ik was dagelijks in mijn lunchpauze te vinden op de bouwplaats.
Niet alles ging vanzelf, de te laat geleverde vloertegels uit Italië zorgen ervoor dat het nog spannend werd of we de opening wel op de geplande 4 september 1993 konden vieren.
Nog steeds vind ik het een schitterend gebouw. Het gebouw leeft. In een weekend worden er meer dan 10 kerkdiensten gehouden in diverse talen. Alle soorten bevolkingsgroepen gebruiken het gebouw. Het gebouw is echt kerk. Helemaal af met kerkklok die we kregen van een kerk in Amsterdam-West die werd gesloopt.
Meer foto's van de bouw staan bij Foto's, heeft u nog meer fotp's die u wilt delen stuur ze mij digitaal op.

Toen wij in 1996 naar Almere vertrokken hebben we een grandioos afscheid gehad. Nog steeds heb ik contact met mijn oude kerkelijke gemeente.

Dit was niet het enige wat mij bezig hield in de Bijlmermeer.

De Bijlmerramp
Op 4 oktober 1992 omstreeks 18.30 uur vloog een EL-Al vliegtuig de flats Groeneveen en Kruitberg binnen. Op het moment dat ik mijn twee oudste dochter bij hun vriendin vandaan aan het halen was boorde het vliegtuig zich een gat in de twee flats. Ik reed met de auto op de Karspeldreef en zag plotseling allemaal mensen de dreef oversteken. Bij de Groesbeekdreef zag ik grote zwarte rookwolken. Ik zag de eerste hulpverlening aankomen en heb toen eerst snel mijn dochters gehaald bij Henk en Jos, die intussen in Gaasperdam woonden. Henk was koster, ik informeerde hem gelijk dat er iets ernstigs was gebeurd. Ik had nog geen idee wat er gebeurd was. Weer thuisgekomen met mijn dochters werd het snel duidelijk wat er aan de hand was. Wij hadden intussen al gasten ontvangen omdat we met de beroepingscommissie gezamenlijk zouden eten om te vieren dat we een nieuwe perdikant hadden beroepen. Ik had niet veel trek, de adrealine was te hoog. Ik stelde voor om de kerk open te zetten voor de opvang. We zouden wel zien wat dat zou brengen. We benaderden nog wat meer kerkgangers en ik durfde het wel aan om de kerk open te zetten.
Het kerkcentrum De Nieuwe Stad was gelegen onder de parkeergarage Gliphoeve, deze stond tegenover de flat Groeneveen. Aan het uiteinde van die flat Groeneveen was het vliegtuig naar binnen gekomen. Het politiebureau Ganzenhoef waren bijna onze buren. Ik besloot om naar het bureau te gaan. Wat een mensen en chaos. Het bureau was veel te klein. Ik drong naar voren en meldde dat de kerk achter het bureau zijn deuren had geopend. Ik kreeg twee rechercheurs mee en het politiebureau ging dicht met een bordje dat men verwezen werd naar de kerk. Iedereen die in de kerk kwam en in de betreffende flats woonden konden zich laten registreren. Dat heb ik geweten dat de kerk open was. Panische mensen, ambulances, mensen die rust zochten. De kerk werd klaar gemaakt zodat er overnacht kon worden. De radio en televisie hadden ons gevonden. Mensen kwamen naar aanleiding van de radiorapportages met matrassen etc aanslepen. Het telefoonnummer van de kerk verscheen op een bepaald moment op de TV. Daar was iemand constant bezig om de telefoon op te nemen. Pastoraalwerkers kwamen ook vanzelf aanlopen om mensen te ondersteunen. De warmte die ikzelf altijd gevoeld had in deze kerk konden we uitdelen aan de inwoners van de Bijlmermeer.
Het officiele apparaat van de Gemeente Amsterdam had wat langer werk om de sporthal gereed te maken voor de opvang. Iets voor middernacht werden de mensen die niet naar hun huis terug konden met bussen opgehaald uit de kerk vandaan naar de sporthal. Dit moest een uur later nog eens herhaald worden, want de mensen bleven komen. Eindelijk sloot ik de deuren van de kerk om twee uur. Ik had nog niets gezien van de brand en zag toen pas het gat wat geslagen was.

Toen ik de volgende dag iets later op mijn werk kwam heb ik weinig gedaan. Na de lunch werd ik gebeld door een lid van de Raad van Bestuur van de ING. In verband met de kerkbouw had ik met de afdeling sponsoring en donaties al contacten. De ING wilde iets financieels doen wat niet in een grote pot zou verdwijnen. Ik was uitgenodigd om met de Contactraad van Kerken met een plan te komen. Dit resulteerde dat de ING twee pastoraal werkers voor een halfjaar heeft betaald. De ING wilde niet dat deze schenking toen publiekelijk werd gemaakt. Ik was trots op mijn werkgever. Ik schrijf het alsof het zo geregeld was, maar je bent zo weer een paar wekene verder.

De lijnen binnen kerkelijk Bijlmermeer waren kort. Donderdagavonds was er spoedberaad met pastoraal werkers en andere betrokkenen bij ons thuis. Die avond is besloten om de kerkdeuren weer open te zetten omdat mensen hun verhaal kwijt wilden. Alle pastoraalwerkers van verschillende kerken werden ingeroosterd net zo als de koffieschenkers. Ook werd er besloten om aan de inwoners van de Bijlmermeer een cursus aan te bieden. Wij vonden Ds Douwe Wouters bereid om die cursus te geven. Hij had de nodige ervaring in het centrum van Amsterdam opgedaan en was net gepensioneerd.
Huis aan huis werden13.000 uitnodigingen gefolderd. 9 avonden of dagdelen werden aangeboden, de nodige pastoraalwerkers stonden klaar om de cursus te begeleiden. De opkomst was geweldig.

Ds. Wouters heeft er een boek over geschreven "Er valt een gat" Helaas heb ik het boek niet meer, uitgeleend en niet terug gekregen. Op de site http://www.rampen-counseling.enternet.nl/ staat op het slotwoord na het boek. (de emailadressen zijn niet meer correct op die site). Het boek geeft weer hoe de kerk heeft gehandeld tijdens de Bijlmerramp. Het boek heeft als leidraad gediend voor de opvang van de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Ik zou het boek weer graag online hebben.

Na een paar weken ging de sporthal weer dicht. Er bleef nog een groep over die geen onderkomen meer hadden. De kerk is  toen opengesteld om overdag als opvang te dienen. In overleg was er besloten om de kerk niet als slaapplaats te laten dienen, we konden het niet bemensen en de veiligheid garanderen. Deze boodschap kwam bij de hulpverleners hard aan. Vanwege mijn huidskleur werd mij van alles verweten. Nog even overwogen aangifte te doen van discriminatie maar ik heb dit uiteindelijk niet gedaan. Ons geluid was duidelijk. Hier werd door het buurtwerk een oplossing voor gevonden. Deze situatie heeft een halfjaar geduurd. De pastoraalwerkers die betaald werden door de ING hebben hierin groots werk verricht.

Heeft nog iemand foto's stuur ze mij toe, bij voorkeur digitaal.

Er was nog meer dan kerk in de Bijlmermeer

Werk en studie
Toen wij in de Bijlmermeer kwam wonen werkte ik nog als kassier op de Centrale Markthallen. 's Ochtends half acht was de kas al open, vroeg op de fiets dwars door Amsterdam. Ik werd steeds meer ingewijd in het bankbedrijf. Ik mocht ondersteunen bij de deposito's en spaargelden. Na een paar jaar waren er op het 'kaskantoor voor het personeel' van de ING problemen en kon ik daar invallen. De wetenschap dat het kantoor ging verhuizen naar de Bijlmermeer was voor mij een reden om over te stappen. Mijn aandacht ging steeds meer uit naar het werken op het bankkantoor. Ik kon de overstap maken binnen het 'bankkantoor voor het personeel' en kreeg de verantwoording over het buitenlands betalingsverkeer. Ik volgde hiervoor NIBE cursussen. Swift, swaps, termijnhandel, vreemdevaluta-rekeningen ik wist toen hoe het werkte. Buitenland op het 'kantoor voor het personeel' was geen volledige functie. Ik was  invaller voor daar waar problemen ontstonden. Ik kon effectenorders aannemen en uitvoeren, deed de administratie, viel in bij de kas, verzorgde spaargelden en verzekeringen. Veel kennis over het bankbedrijf heb ik die periode opgedaan.
Thuis begon het gezinnetje te groeien en realiseerde ik mij dat mijn kansen op promotie klein waren indien ik geen HBO-diploma had. In 1988 begon ik aan de Hogeschool INHOLLAND in Diemen aan de avond-HEAO. Deze vier jarige opleiding starte voor het eerst. Dit waren zware jaren 4 jaren lang drie avonden tussen zes en tien naar school. Eén avond en zondag voor het kerkelijk werk en de rest studeren. Na 4 jaren had ik het papiertje waar het mij om te doen was en de promotie.
Halverwege de HEAO-opleiding heb ik intern gesolliciteerd bij de vastgoedonderneming van de ING. Ik ging mij daar bezig houden met de bedrijfshypotheekregistratie. Tijdens mijn studie had ik een nieuwe uitdaging op mijn werk nodig. Dit had tot gevolg dat ik intern om mij heen ging kijken. Ik werd aangenomen op de afdeling Interne Controle van het Facilitair Bedrijf van de ING Bank. Ik werd daar ondermeer verantwoordelijk voor de controle op het 'bankkantoor van het personeel'. Daarnaast hield ik mij bezig met de controle over de investeringen in bankkantoren van de ING. Ik kon daar toepassen wat ik op de HEAO leerde, het controleren van de administratieve organisatie. Na vijf prachtige jaren dreigde een reorganisatie waardoor onze afdeling onder de Interne Accountantdienst zou vallen. Zonder NIVRA ben je niets op zo'n afdeling. Ik zag het niet zitten om de NIVRA te gaan volgen. Ik solliciteerde en kwam terecht bij de Controller-afdeling van de ING. Ik werd daar mede verantwoordelijk voor de vennootschappelijk jaarrekening van de ING Bank NV en administreerde de deelnemingen structuur van de ING. De medewerker die ik op moest volgen ging met pensioen. Hij maakte me een ware spreadsheet kenner. Hij had een scala aan spreadsheets die hij dagelijks bijhield. Mijn vragen voor wie en wat hij dat allemaal bijhield maakte hem boos. De eerste tijd heb ik de spreadsheets keurig bijgehouden, toen het mij ook in de loop van de tijd niet duidelijk werd waarvoor ze waren ben ik daarmee gestopt. Dit gaf boze collega's die ook geen antwoord wisten op de vraag waarom bepaalde informatie werd bijgehouden. Een ander groot gedeelte van de spreadsheets heb ik laten automatiseren. De maandelijkse boekingen gingen vanzelf. Kenmerkend voor de functie was dat mijn werkagenda voor jaren vaststond.
Op de Hogeschool van Utrecht heb ik nog enkele Controller-modules gevolgd en gehaald.
Na vijf jaren wilde ik wel wat anders. Het vaste stramien en het weinig contact hebben met mensen anders dan met je eigen afdeling deed mij besluiten verder te kijken. Ik solliciteerde op de functie medewerker opsporing bij de FIOD-ECD in Amsterdam. Daar werd ik aangenomen. Daarover meer onder het blad Almere.